Beslissing 135: Wachttijd bij garantie
Onderwerp van het geschil
In de door partijen beschikbaar gestelde informatie leest de beoordelaar het volgende verloop van gebeurtenissen. Op juni 2022 heeft de Consument online voor een bedrag van €499,00 een robotstofzuiger van het type ‘Roborock S7 white’ gekocht in de webshop van Ondernemer.
Medio augustus vertoont de stofzuiger een defect (foutcode 009). Het product wordt retour gezonden aan Ondernemer (ontvangst bij Ondernemer op 30 augustus 2022). De oorzaak van het defect lijkt te liggen in de ventilator. Ondernemer neemt het artikel in reparatie. Volgens opgave van Ondernemer duurt een reparatie normaal gesproken 15 werkdagen, oftewel drie weken. Ondernemer geeft dit desgevraagd aan bij Consument.
Omdat de reparatie langer duurt dan voorzien schaft Consument een vervangende goedkope stofzuiger aan om toch te kunnen stofzuigen. Consument geeft na het verstrijken van de genoemde reparatietermijn aan de overeenkomst te willen ontbinden en wil zijn geld terug. Hij vindt de reparatie te lang duren. Ondernemer wil daarentegen gelegenheid om de reparatie te (laten) voltooien.
Op 3 oktober is de stofzuiger gerepareerd. Ondernemer meldt dit aan Consument, die echter vasthoudt aan ‘geld terug’. Ondernemer deelt Consument op 11 oktober 2022 mede het aankoopbedrag te willen restitueren, zij het dat hij daarbij een gebruiksvergoeding van ca. 10% van de aanschafwaarde berekent aan Consument voor de periode dat de stofzuiger wel gefunctioneerd heeft. Ondernemer heeft half oktober een bedrag van € 450,00 teruggestort op de bankrekening van Consument, zijnde het aankoopbedrag minus genoemde gebruiksvergoeding. Consument is het niet eens met de gang van zaken en legt de zaak vervolgens voor bemiddeling voor aan Webwinkelkeur.
Standpunt van de consument
Consument stelt dat de reparatie van de stofzuiger te lang heeft geduurd. Hij wil het volledige aankoopbedrag retour ontvangen (ontbinding van de overeenkomst op grond van nonconformiteit), alsmede volledige vergoeding van de aankoopprijs van een tijdelijk vervangend artikel. Daarvoor wordt door Consument overigens geen bewijs van aankoop aangeleverd, noch wordt een aankoopbedrag genoemd.
Standpunt van de ondernemer
Ondernemer stelt dat hij coulance halve akkoord is gegaan met teruggave van de koopprijs. Consument heeft de stofzuiger voordat deze defect ging echter twee en een halve maand klachtenvrij kunnen gebruiken, waarvoor hij een gebruiksvergoeding, c.q. afschrijvingskosten verschuldigd zou zijn. Een vergoeding voor de vervangende stofzuiger wijst Ondernemer van de hand.
Overwegingen
Het onderhavige geval betreft een consumentenkoop op afstand. Het aangekochte product dient aan de overeenkomst te beantwoorden, wat wil zeggen dat het aangekochte moet voldoen aan de gerechtvaardigde verwachtingen van de koper. Dit wordt het conformiteitsvereiste genoemd, te vinden in artikel 7:17 BW. Een defect aan het product doet afbreuk aan dit recht.
Treedt een defect op binnen een jaar na aankoop van een product, dan geldt het wettelijk vermoeden dat dit product het defect van begin af aan in zich heeft meegedragen. Het is gedurende deze periode aan een verkoper om aan te tonen dat het defect er niet van begin af aan was, maar dat het door toedoen van de consument is ontstaan.(artikel 7:18a lid 2 BW).
In de onderhavige zaak is er geen discussie omtrent de herkomst van het defect. Daarmee is de non-conformiteit gegeven. Ondernemer moet ervoor zorgen dat Consument zijn aankoop zoveel mogelijk zonder onderbreking en zonder(verdere) kosten kan gebruiken. Om dit te bereiken is Ondernemer in eerste instantie overgegaan tot reparatie van het defecte product.
Een reparatie mag niet te lang duren, aangezien het moeten missen van het product overlast kan geven voor een consument. Voor een stofzuiger is een reparatieperiode van drie weken (de door Ondernemer gehanteerde standaard reparatietermijn) al vrij lang. Het had voor de
hand gelegen om gedurende de reparatieperiode een leenstofzuiger aan te bieden aan Consument en niet pas na het verstrijken van de aangegeven reparatietermijn. Consument had hierom echter ook aan Ondernemer mogen en kunnen vragen. Het was niet juist dat hij op eigen initiatief een andere stofzuiger heeft aangeschaft om de aanschafprijs vervolgens te willen verhalen op Ondernemer. Het is immers redelijk en billijk dat partijen te allen tijde proberen elkaars positie in het oog te houden en schade en/of onkosten voor de andere partij zoveel mogelijk proberen te beperken (artikel 6:2 BW). Kort gezegd: beter overleg was hier op zijn plaats geweest.
Na enig mailverkeer heeft Ondernemer Consument uiteindelijk aangeboden om de aankoopprijs terug te storten, met aftrek van een afschrijvingspercentage ofwel de gebruiksvergoeding. Consument gaat hier onder protest mee akkoord, dat wil zeggen, hij blijft aanspraak maken op de resterende € 49. Nu Ondernemer Consument uiteindelijk heeft aangeboden om het aankoopbedrag terug te storten is de optie van reparatie uit beeld. De koopovereenkomst tussen partijen wordt feitelijk ontbonden. Dit ongeacht of Ondernemer aan zijn aanbod het predicaat ‘coulance halve’ geeft en ongeacht de ingehouden gebruiksvergoeding.
Is de koopovereenkomst ontbonden, dan zijn partijen gehouden tot het ongedaan maken van over en weer reeds gedane prestaties. Die prestaties bestaan uit restitutie van het aankoopbedrag door Ondernemer en teruggave van de zaak door Consument. Van de door Consument voor het product betaalde € 499 is € 450 inmiddels gerestitueerd aan Consument, het aankoopbedrag met aftrek van een zogenaamde gebruiksvergoeding. Het apparaat was nog in het bezit van Ondernemer, zodat van Consument op dit punt geen verdere actie meer wordt verwacht.
Ook al heeft een consument het product al enige tijd gebruikt, hij heeft volgens vaste jurisprudentie bij ontbinding op grond van non-conformiteit recht op terugbetaling van het volledige aankoopbedrag. Uitgangspunt is dat non-conformiteit geen kosten mag meebrengen voor de consument. De ‘fout’ ligt immers bij, althans in de sfeer van de verkoper. Hij heeft de verbintenis uit de koopovereenkomst (in dit geval levering van een goed werkende stofzuiger) niet correct uitgevoerd en moet hiervoor opkomen. Het Hof van Justitie van de EU heeft zich hierover duidelijk uitgesproken in zijn arrest in de zogenaamde Quelle-zaak 1) Dit is slechts anders indien Consument het gebruik van de zaak na ontbinding van de overeenkomst zou hebben voortgezet. Eventuele waardevermindering van het product na ontbinding van de koopovereenkomst mag onder bepaalde voorwaarden wel aan een consument worden doorberekend. De stofzuiger was ten tijde van de ontbinding in reparatie en dus niet in de macht van Consument.
Beoordeling van het geschil
Wat is rechtens in de onderhavige zaak? Nu de stofzuiger na twee en een halve maand een gebrek vertoonde, had Consument normaal gesproken recht op reparatie van het product, dan wel op een vervangend product. Na aanvankelijk in te zetten op reparatie komen partijen in tweede instantie echter overeen dat de koopovereenkomst wordt ontbonden.
Inzet van het aangemelde geschil is restitutie van het aankoopbedrag als vervolg op ontbinding van de koopovereenkomst. Nu Ondernemer reeds een bedrag van € 450,00 heeft teruggeboekt aan Consument handelt het geschil feitelijk om restitutie van de ontbrekende €49 van het aankoopbedrag. Daarnaast gaat het om vergoeding van een door Consument op eigen initiatief aangeschafte goedkope vervangende stofzuiger.
Terzake van de restitutie kan beoordelaar kort zijn. Indien non-conformiteit, zoals in dit geval, resulteert in ontbinding van de koopovereenkomst, dan heeft een koper volgens vaste rechtspraak recht op teruggave van het volledige aankoopbedrag.
Ten aanzien van de claim van Consument betreffende vergoeding van de aangeschafte vervangende stofzuiger is de beoordelaar het volgende van mening. Consument heeft deze stofzuiger op eigen initiatief aangeschaft, zonder overleg vooraf met Ondernemer. Een verzoek om het verschaffen van een leenstofzuiger had meer voor de hand gelegen.
Alles overwegende is beoordelaar dan ook van mening dat Ondernemer het resterende deel van het aankoopbedrag, te weten € 49 moet terugstorten aan Consument. Een vergoeding van de aanschafprijs van het vervangende artikel is naar het oordeel van beoordelaar niet aan de orde.
Beslissing
De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:
De beoordelaar verklaart voor recht dat de tussen partijen gesloten koopovereenkomst is ontbonden per 11 oktober 2022.
Ondernemer moet de resterende € 49 van het aankoopbedrag terugstorten op de
bankrekening van Consument.
Partijen dragen ieder hun eigen kosten in dit geschil.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Partijen hebben daarmee over en weer niets meer van elkaar te vorderen.
Aldus beslist door DigiDispuut op 06 februari 2023