From the Blog

Beslissing 139: Ontbinding na tekortkoming

Onderwerp van het geschil
Op 24 oktober 2022 heeft Consument online voor een totaalbedrag van € 528,32 (koopprijs en financierings/transactiekosten) een LG-televisie met muurbeugel gekocht in de webshop Ondernemer. De aankoop is door Consument betaald middels ‘Pay in3’, een vorm van afbetaling in 3 termijnen. Er is geen concrete leverdatum overeengekomen, maar in de bestelbevestiging is te lezen “Voor 23.59 uur [besteld], volgende dag levering (m.u.v. zondag, onder voorbehoud van vertragingen)”. Het tv-toestel is nooit geleverd.

Standpunt van de consument
Consument wil de koopovereenkomst ontbinden en restitutie van het door hem betaalde bedrag.

Standpunt van de ondernemer
Ondernemer heeft in deze zaak geen verweer gevoerd.

Overwegingen
In casu is sprake van een consumentenkoop op afstand.

Consument heeft aan zijn verbintenissen uit de koopovereenkomst voldaan, terwijl Ondernemer dat niet heeft gedaan. Voor het uitblijven van het voldoen aan de verplichtingen uit de koopovereenkomst zijn door ondernemer geen redenen opgegeven.

Bij het sluiten van de koop er is geen exacte leveringsdatum afgesproken. In de orderbevestiging wordt vermeld: “Voor 23.59 uur [besteld], volgende dag levering (m.u.v. zondag, onder voorbehoud van vertragingen”, wat in beginsel mag worden opgevat als levering de volgende dag. De wettelijke termijn voor tijdig leveren in geval van consumentenkoop is 30 dagen (artikel 7:9 lid 4 BW).

In juridisch opzicht kan het onderhavige geschil geworden gekwalificeerd als een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen aan de zijde van Ondernemer als verwoord in artikel 6:74 BW:
“Artikel 74

Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.”

Bij uitblijven van levering binnen 30 dagen na het tot stand komen van de koopovereenkomst dient Consument Ondernemer in beginsel in gebreke te stellen. Dat is in de algemene voorwaarden van Ondernemer te lezen, de toepasselijkheid waarvan in deze zaak overigens niet ter discussie staat. Het volgt bovendien uit artikel 7:19a BW.

In zijn arrest van 11 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1581) heeft de Hoge Raad hierbij enige kanttekeningen geplaatst en ruimte geschapen voor het van geval tot geval toetsen aan de redelijkheid en billijkheid. De Hoge Raad maakt in bedoeld arrest uit dat een schriftelijke ingebrekestelling kan uitblijven en dat de gedaagde partij zich niet met succes op afwezigheid daarvan kan beroepen, indien de redelijkheid en billijkheid zich daartegen verzetten.

Naar de mening van beoordelaar is precies dát in het onderhavige geval aan de orde. Weliswaar is Ondernemer niet door Consument in gebreke gesteld, maar het tot op de dag van vandaag uitblijven van een levering van het bestelde artikel rechtvaardigt ontbinding van de koopovereenkomst door Consument, zonder dat daaraan een ingebrekestelling vooraf hoeft te gaan.

De beoordelaar weegt mee dat door Ondernemer, ook bij het wisselen van stukken in het kader van dit geschil, geen enkele reactie is gegeven. Dat geeft weinig vertrouwen dat Ondernemer alsnog tot levering zal overgaan.

Beoordeling van het geschil
Aan de hand van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat Consument aan zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst heeft voldaan. Tevens kan worden geconcludeerd dat Ondernemer niet aan zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst heeft voldaan.

Met het intreden van het verzuim is het recht tot ontbinden van de koopovereenkomst gegeven.
Eventuele schade aan de zijde van Consument wordt niet concreet genoemd, noch onderbouwd. Aangezien het hier gaat om terugstorting van een geldbedrag kan wel de wettelijke rente over de periode van verzuim toegekend worden.

Beslissing
Beoordelaar acht de klacht van consument gegrond en komt tot de volgende beslissing:

Beoordelaar verklaart de koopovereenkomst tussen partijen voor ontbonden.

Ondernemer moet het van Consument ontvangen aankoopbedrag groot € 528,32 terugbetalen aan Consument.

Ondernemer moet daarnaast de wettelijke rente ad 2% over het aankoopbedrag aan Consument vergoeden over de periode vanaf het intreden van verzuim tot en met de dag van terugbetaling van de aankoopsom. De beoordelaar bepaalt het intreden van het verzuim op 24 november 2022, te weten de einddatum van de wettelijke levertermijn. Op de datum van uitspraak bedraagt het rentebedrag € 2,26 (78/365 dagen x (2% van €528,32))

Ondernemer moet als de in het ongelijk gestelde partij voorts het betaalde klachtengeld ad € 25,00 aan Consument vergoeden.

Ondernemer dient binnen 14 dagen nadat de inhoud van deze beslissing aan hem bekend is gemaakt uitvoering te geven aan de verplichtingen die volgen uit deze bindende beslissing.

Indien Ondernemer geen gehoor geeft aan aan deze bindende beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt hij een boete van € 50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, met een maximum van € 1.500,00.

Aldus beslist door DigiDispuut op 10 februari 2023.