From the Blog

Beslissing 147: Heeft de consument recht op een vervangend product?

Onderwerp van het geschil
Op 21 juni 2021 heeft Consument een rode Apple iPhone SE 2020 met 64GB opslag (hierna: Product) besteld voor een totaalbedrag van € 425,- inclusief verzending in de webshop van Ondernemer gevestigd te ´s-Gravenhage.
Het Product is op 23 juni 2021 aan Consument geleverd. Consument maakte bij het gebruik van het Product met name gebruik van de NFC-functionaliteit van het Product in combinatie met een softwareapplicatie (hierna: app), ontwikkeld door een derde partij, op het Product. De correcte werking van deze functionaliteit is voor Consument van belang vanwege persoonlijke omstandigheden. Medio 2022 leverde het gebruik van het Product in combinatie met de app niet langer de juiste resultaten. Nadat Consument op afstand het Product had laten uitlezen door originele fabrikant van het Product, namelijk Apple, leek het Product in orde. Consument heeft hierna aangenomen dat de oorzaak van het niet juist werken van de app ook in de app zelf gelegen was.
In februari van 2023 bleek echter na een bezoek van Consument aan een Apple-Store dat de NFC-functionaliteit van het Product defect was.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de garantietermijn ten aan zien van het Product en bijgevolg de vraag of Ondernemer gehouden is om het Product te herstellen of een vervangend product aan te bieden.
Partijen hebben zich op 28 april 2023 met het geschil tot Stichting DigiDispuut gewend.
Op 2 mei 2023 is het geschil door de Beoordelaar in behandeling genomen.

Standpunt van de consument
Consument vordert primair vervanging van het defecte Product en subsidiair volledige restitutie van het aankoopbedrag. Consument stelt dat de aard van het gebrek met zich meebrengt dat Ondernemer Consument schadeloos moet stellen. Consument stelt ook dat de algemene voorwaarden, waar Ondernemer een beroep op doet, hem niet ter hand zijn gesteld en dat de algemene voorwaarden derhalve geen onderdeel van de overeenkomst zijn.

Standpunt van de ondernemer
Ondernemer verwijst naar de commerciële garantie zoals deze in haar algemene voorwaarden beschreven is. Ten tijde van de aanschaf hanteerde Ondernemer een commerciële garantie van 1 jaar. Ondernemer stelt dat deze periode inmiddels is verlopen en dat Consument dus niet langer aanspraak kan doen op garantie. Inmiddels heeft Ondernemer de commerciële garantie in haar algemene voorwaarden per 1 januari 2022 verlengd naar 2 jaren. Ondernemer heeft een korting aangeboden op een nieuw aan te schaffen product of om het gebrek op kosten van Consument te herstellen.

Beoordeling van het geschil
De beoordelaar heeft het volgende overwogen.
1. Conformiteit van het Product
Uit art. 7:17 lid 2 BW volgt dat een gekochte zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Dat betekent dat de zaak moet voldoen aan de verwachtingen die een koper redelijkerwijs mocht hebben ten aanzien van de eigenschappen van het gekochte product.

Verwachting van de consument
Allereerst moeten de gerechtvaardigde van Consument ten aanzien van het functioneren van het Product worden vastgesteld. Mocht Consument verwachten dat de NFC-module van het Product langere tijd zou functioneren? Omdat de NFC-module integraal onderdeel uitmaakt van het moederbord en geen vervangingsonderdeel is, zoals bijvoorbeeld de accu of het scherm, mag een gemiddelde consument verwachten dat de levensduur van dit onderdeel gelijk is aan die van de rest van het product.

Aard van het gebrek
Na de verwachting die de Consument mocht hebben te hebben vastgesteld is het van belang om de aard van het gebrek te analyseren. In hoeverre is het gebrek ontstaan door oneigenlijk gebruik van Consument?
Het is niet betwist dat het Product een gebrek vertoont, de NFC-functionaliteit is defect. Gebreken die ontstaan binnen een jaar na ontvangst van een gekochte zaak worden geacht reeds bij het overdragen van de zaak aanwezig te zijn geweest tenzij de aard van de schade zich hiertegen verzet.1 Omdat Consument geen exacte datum heeft overlegd wanneer het defect aan het Product is opgetreden neemt Beoordelaar aan dat dit gebrek later dan 21 juni 2022 is opgetreden en dat zodoende art. 7:18a lid 2 BW niet van toepassing is.
Dit betekent dat de Consument moet bewijzen dat het gebrek is ontstaan buiten de schuld van Consument om. Zoals eerder besproken is de NFC-module ingebouwd op het moederbord van het Product. Het moederbord is een intern onderdeel van het Product. Op de door Consument aangeleverde foto’s is de buitenkant van het Product nog zonder schade. Dit maakt valschade of ander soortgelijke schade zeer onwaarschijnlijk. Al met al lijkt het Product niet te zijn gebruikt op een manier die verder gaat dan ‘normaal gebruik’. Het is, mede gelet op de diagnose uitgevoerd door Apple, waarschijnlijk dat de NFC-module dus zonder toedoen van Consument defect is geraakt.

Conformiteit
Het Product beantwoord derhalve niet aan de overeenkomst als bedoeld in art. 7:17 lid 1 BW buiten de schuld van Consument om.

2. Toepasselijkheid algemene voorwaarden
Ondernemer stelt dat het Product buiten de garantievoorwaarden valt zoals deze zijn opgenomen in de algemene voorwaarden. Consument stelt dat deze voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat deze hem niet ter hand zouden zijn gesteld. Het is voor Beoordelaar, met het oog op de door partijen aangeleverde bewijsmiddelen, niet mogelijk om te controleren of de voorwaarden al dan niet ter hand zijn gesteld. Beoordelaar laat dan ook in het midden of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, omdat de beantwoording van die vraag geen wezenlijk gevolg heeft voor de uiteindelijke beslissing. Consument hoeft namelijk, vanwege de bepalingen over non-conformiteit in art. 7:17 BW e.v. geen beroep te doen op een commerciële garantie, zoals beschreven in de algemene voorwaarden van Ondernemer. Consument doet een beroep op garantie zoals deze uit de wet volgt.

3. Gevolgen non-conformiteit
Nu uit de beoordeling onder 1 volgt dat het Product niet voldoet aan de koopovereenkomst kan Consument een vervangend product eisen op basis van art. 7:21 lid 1 sub c BW. Als Ondernemer niet aan deze eis kan of wil voldoen is ontbinding van de koopovereenkomst ook mogelijk op basis van art. 7:22 lid 1 sub a BW.

Beslissing
De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:
1) De vordering van Consument wordt toegewezen;
2) Ondernemer voert binnen twee weken na ontvangst van onderhavige beslissing één van de volgende opties uit;
a) Ondernemer vervangt het Product met een gelijk product dat wel aan de overeenkomst beantwoordt; of
b) Ondernemer restitueert het volledige aankoopbedrag inclusief eventueel door Consument gedragen retour-verzendkosten binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak.
3) In het geval dat Ondernemer overgaat tot het restitueren van het aankoopbedrag inclusief de gedragen retour- en verzendkosten levert Consument binnen twee weken na ontvangst van het totaalbedrag het Product af bij Ondernemer.
4) Ondernemer vergoedt de proceskosten voor een totaal van € 25,-.
Indien een der partijen geen gehoor geeft aan deze beslissing binnen de gestelde termijnen, verbeurt hij aan de wederpartij een boete van €50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van €1.500.

Aldus beslist DigiDispuut op donderdag 8 juni 2023.

[1] Art. 7:18a lid 2 BW