From the Blog

Beslissing 152: Belofte schept verplichting

Onderwerp van het geschil
Op 30 maart 2023 heeft Consument online voor een totaalbedrag van € 845,00 een Apple iPhone 14 gekocht in de webshop van Ondernemer. Bij aankoop is het gehele bedrag door consument betaald. Verzending zou nog dezelfde dag plaatsvinden. Consument ontvangt van Ondernemer een track-and-tracecode waarmee het pakket te volgen is. Uit de informatie die bij gebruik van deze code zichtbaar wordt is af te leiden dat de bestelling nooit als pakket is aangeboden bij PostNL. Consument heeft een paar maal mailcontact gezocht met Ondernemer. Uiteindelijk komen partijen overeen dat de bestelling wordt geannuleerd (ontbinding van de koopovereenkomst) en dat het betaalde bedrag zal worden teruggestort aan Consument. Dat laatste is echter niet gebeurd. Consument heeft de zaak daarom als geschil aangemeld bij Digidispuut.

Standpunt van de consument
Consument eist dat Ondernemer de gemaakte afspraak gestand doet en het aankoopbedrag terug stort op haar creditkaart (betaling heeft langs deze weg plaatsgevonden). Daarnaast wil zij vergoeding van de kosten van dit geschil, alsmede een schadevergoeding van € 100,00 voor de moeite om haar recht te halen.

Standpunt van de ondernemer
Ondernemer heeft in het kader van deze zaak geen verweer gevoerd.

Overwegingen
De Ondernemer is, dan wel was, ten tijde van het tot stand komen van de koopovereenkomst aangesloten bij het keurmerk van Webwinkelkeur. Het lidmaatschap vereist voorafgaande instemming met beoordeling van gerezen geschillen door Digidispuut als consumenten dit wensen. Er is in casu sprake van een consumentenkoop op afstand. Consument heeft aan haar verbintenissen uit de koopovereenkomst voldaan, terwijl Ondernemer dat niet heeft gedaan. Voor het uitblijven van het voldoen aan de verplichtingen uit de koopovereenkomst zijn door ondernemer geen relevante redenen opgegeven.
Bij het sluiten van de koop is er geen exacte leveringsdatum afgesproken. Naar zeggen van Consument was op de website van Ondernemer te lezen dat verzending dezelfde dag zou plaatsvinden. Door Ondernemer is dat niet weersproken. Uit de aangeleverde informatie blijkt dat weliswaar een etiket voor de zending is aangemaakt, maar dat het pakket niet daadwerkelijk is aangeboden voor verzending bij PostNL.
De wettelijke termijn voor tijdig leveren in geval van consumentenkoop is 30 dagen (artikel 7:9 lid 4 BW).
Omtrent de status van de bestelling is een aantal keren per mail contact geweest tussen partijen, te weten op 3 april 2023 (door Consument), 24 april 2023 (door Ondernemer met een omgaande reactie van Consument). Op 26 april 2023 zijn partijen overeengekomen dat de bestelling zou worden geannuleerd en dat het betaalde aankoopbedrag zou worden teruggestort aan Consument (creditcard). Terugbetaling heeft echter nooit plaatsgevonden, aldus Consument. Ondernemer heeft dat niet betwist. Consument heeft Ondernemer laatstelijk op 9 mei 2023 per mail aangespoord om tot restitutie van het aankoopbedrag over te gaan. Verkoper heeft sindsdien niet meer gereageerd en heeft evenmin het aankoopbedrag aan Consument gerestitueerd.
In juridisch opzicht kan het onderhavige geschil geworden gekwalificeerd als een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen aan de zijde van Ondernemer (artikel niet geleverd). Indien sprake is van een tekortkoming in de nakoming kan de partij die hiermee geconfronteerd wordt ontbinding van de overeenkomst en indien sprake is van schade tevens schadevergoeding eisen. In feite is de ontbinding tot stand gekomen in het mailcontact tussen partijen in de periode van 24 tot en met 26 april 2023. Er is toen afgesproken dat de koop ontbonden zou worden en dat Consument haar geld retour zou ontvangen. Zo men wil is dat een nieuwe overeenkomst tussen partijen en aan de verplichtingen die daaruit voortvloeien moeten partijen voldoen.

Er is dus sprake van ontbinding per 26 april 2023 van de tussen partijen op 30 maart 2023 gesloten koopovereenkomst. Dat betekent dat door partijen gedane prestaties moeten worden teruggedraaid: de koper stuurt het geleverde terug, de verkoper restitueert het aankoopbedrag. Zo’n ontbinding kan door de benadeelde partij eenzijdig en buiten rechte worden ingeroepen, maar is in dit geval zelfs in overeenstemming tussen partijen tot stand gekomen. In casu was door Consument wel een aankoopbedrag betaald, maar is door Ondernemer niet geleverd. Alleen het aankoopbedrag dient dus nog te worden gerestitueerd.
Een check door beoordelaar op het internet leert dat de website van Ondernemer niet langer online is. Een inschrijving van het bedrijf van Ondernemer in het Handelsregister lijkt nog wel actief te zijn.

Beoordeling van het geschil
Aan de hand van de hierboven geschetste gang van zaken kan worden geconcludeerd dat de koopovereenkomst tussen Consument en Ondernemer d.d. 30 maart 2023 op 26 april 2023 in onderlinge overeenstemming tussen partijen is ontbonden. Hierdoor zijn voor partijen op grond van artikel 6:271 BW over en weer verbintenissen tot ongedaan maken van de reeds door hen ontvangen prestaties ontstaan. In dit geval rustte alleen op Ondernemer een ongedaanmakingsverbintenis, namelijk het terugstorten van het aankoopbedrag. Ondernemer had het gekochte nog niet geleverd, Consument had wel het aankoopbedrag betaald.
Eventuele schade aan de zijde van Consument wordt niet concreet gemaakt, noch onderbouwd.

Beslissing
Beoordelaar acht de klacht van consument gegrond en komt tot de volgende beslissing:

Ondernemer moet het van Consument ontvangen aankoopbedrag groot € 845,00 terugbetalen aan Consument.

Ondernemer moet als de in het ongelijk gestelde partij voorts het betaalde klachtengeld ad € 25,00 aan Consument vergoeden.

Ondernemer dient binnen 14 dagen nadat de inhoud van deze beslissing aan hem bekend is gemaakt uitvoering te geven aan de verplichtingen die volgen uit deze bindende beslissing.
Indien Ondernemer geen gehoor geeft aan deze bindende beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt hij een boete van € 50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, met een maximum van € 1.500,00.

Aldus beslist door DigiDispuut op 3 juli 2023