From the Blog

Beslissing: Betekent “Premium” ook extra garantie?

Op 8 november 2017 heeft Consument een Premium racing bureaustoel, verder te noemen product, afgenomen van Ondernemer, voor een totaalbedrag van €117,90. Op 21 December 2017 meldt Consument per e-mail naar Ondernemer dat de rugleuning en de hendel van het product niet goed functioneren. Ondernemer reageert diezelfde dag dat de defecte onderdelen vervangen kunnen worden. Op 23 augustus 2018 geeft Consument per e-mail dat onderdelen B en H2 vervangen dienen te worden. Deze onderdelen zijn vervolgens door Ondernemer opgestuurd naar Consument. Op 12 december 2020 geeft Consument per e-mail aan dat de armleuning inmiddels ook is gebogen. Consument verzoekt Ondernemer om hiervoor nogmaals een onderdeel na te sturen. Ondernemer reageert op 14 december per e-mail dat er geen onderdelen meer nagestuurd kunnen worden, omdat de aankoop niet meer onder de garantievoorwaarden valt. Op 3 mei 2021 verzoekt Consument Ondernemer per e-mail nogmaals om verscheidene onderdelen na te sturen. Consument geeft aan ook akkoord te gaan met de restitutie van 70% van het aankoopbedrag, in het geval dat Ondernemer geen onderdelen meer op voorraad heeft. Op 4 mei 2021 reageert Ondernemer per e-mail nogmaals dat de garantie is verlopen.

Standpunt van de consument:

Consument is het standpunt toegedaan dat de standaard garantieverwachting voor de prijscategorie waarbinnen het product valt langer is dan 1 à 2 jaar. Consument baseert dit standpunt onder andere op de afschrijvingsrichtlijnen van diverse verzekeraars.

Consument is het standpunt toegedaan dat de gebruiksduur van een bureaustoel van deze categorie, namelijk een premium gamingstoel, volgens meerdere online bronnen op 4 tot 6 jaar of zelfs langer ligt. Voorts stelt Consument dat de klacht zoals aan Ondernemer kenbaar is gemaakt op 12 december 2021 binnen de garantietermijn valt die Consument redelijkerwijs mocht verwachten van het product.

Consument beroept zich op garantie en eist primair vervanging van verscheidene onderdelen. Subsidiair – in het geval dat Ondernemer geen onderdelen meer op voorraad heeft – eist Consument restitutie van 70% van het aankoopbedrag, ter hoogte van € 82,53.

Standpunt van de ondernemer:

Ondernemer is het standpunt toegedaan dat de garantietermijn van het product 2 jaar bedraagt en dat de klacht van Consument hierbuiten valt.

Samenvatting overweging beoordelaar DigiDispuut:

De beoordelaar heeft het volgende overwogen.

De beoordelaar oordeelt dat er sprake is van een consumentenkoop in de zin van Boek 7 BW. De overeenkomst vormt een koop op afstand, aangezien Consument de producten via het internet heeft besteld bij Ondernemer.

Het blijkt uit artikel 10 lid 4 van de algemene voorwaarden van Ondernemer dat Ondernemer haar garantietermijn gelijk heeft gesteld aan de fabrieksgarantietermijn, welke een termijn van twee jaren betreft voor het product in kwestie. De beoordelaar oordeelt dat deze termijn van twee jaren reeds was verstreken op het moment dat Consument haar klacht met betrekking tot de armleuning kenbaar maakte aan Ondernemer op 12 december 2020. De beoordelaar volgt derhalve de redenering van Ondernemer dat de klacht buiten de gestelde garantietermijn valt.

Desalniettemin heeft Ondernemer op grond van artikel 7:17 BW de wettelijke verplichting tot het afleveren van een deugdelijk product (‘conformiteitsbeginsel’). Voorts blijft Ondernemer – ook na het verstrijken van de garantietermijn – aansprakelijk voor de goede werking van het product, althans zolang dat redelijkerwijze kan worden verlangd op basis van de te verwachten levensduur van het product. Deze levensduur is onder meer afhankelijk van de aard van het product, haar prijs en het merk.

Om Ondernemer aansprakelijk te kunnen stellen voor de vermeende gebogen armleuning, dient Consument aan te tonen dat er een gebrek is opgetreden en dat Consument dit gebrek niet hoefde te verwachten gezien de levensduur van het product. De beoordelaar merkt op dat Consument geen bewijsstukken heeft aangeleverd waaruit blijkt dat de armleuning daadwerkelijk is gebogen. Daarnaast acht de beoordelaar het standpunt van Consument dat de levensduur van het product langer dan 2 jaar zou zijn volgens de afschrijvingsrichtlijnen van verzekeraars en zelfs 4 tot 6 jaar zou bedragen volgens meerdere online bronnen, onvoldoende overtuigend, daar hier wederom geen concrete bewijsstukken voor zijn aangeleverd. Bovendien is het onduidelijk op welke online bronnen Consument doelt in haar beredenering.

De beoordelaar merkt tot slot op dat de naam van het product de term ‘premium’ bevat, echter beschouwt de beoordelaar de prijs van het product niet zodanig hoog vergeleken met standaard aangeboden bureaustoelen op het internet, dat een dergelijk premium label de verhoging van de levensduur met meerdere jaren zou rechtvaardigen.

Op grond van al het voorgaande, oordeelt de beoordelaar dat Ondernemer niet aansprakelijk kan worden gesteld voor het vermeende gebrek aan het product. Het beroep van Consument op garantie slaagt niet.

Beslissing beoordelaar:

De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:

De beoordelaar beslist dat het beroep van Consument op garantie ongegrond is.

De beoordelaar beslist daarom dat Ondernemer niet verplicht is tot het nasturen van onderdelen aan Consument, noch is Ondernemer verplicht tot restitutie van (een deel van) het aankoopbedrag van het product.

Aldus beslist DigiDispuut op vrijdag 16 juli 2021.