From the Blog

Beslissing: Hoe zit het met garantie bij een tweedehands product?

Op 22 april 2021 heeft Consument, 3 controllers gekocht. De producten heeft hij gekocht bij Ondernemer. De producten zijn op 23 april 2021 geleverd. Consument heeft de producten op 10 juli 2021 voor de eerste maal in gebruik genomen. Toen bleek één van de controllers gebreken te vertonen. Consument heeft het gebrek gemeld op 11 juli bij Ondernemer. Ondernemer wijst Consument op het feit dat de producten niet meer onder de garantie vallen. Ondernemer geeft aan dat de garantietermijn voor deze producten 2 maanden is. Consument betoogd dat er sprake is van non-conformiteit op grond van art. 7:17 jo. 7:18 BW. Volgens Ondernemer is er sprake van een tweedehands product waar geen garantie meer op zit.

Standpunt consument

Consument eist dat het product met gebreken kosteloos wordt vervangen. Mocht dit niet gebeuren, dan eist Consument ontbinding van de overeenkomst.

Standpunt ondernemer

Ondernemer stelt dat de garantietermijn ruimschoots overschreden is. Als gevolg hiervan maakt Consument geen aansprak meer op garantie. Ondernemer stelt dat het gaat om een tweedehands product en daarom niet onder dezelfde garantieregeling valt als een nieuw product. Daarnaast heeft Consument volgens Ondernemer voldoende tijd gehad om het gebrek aan te kaarten. Tot slot kan van een 20 jaar oude controller niet dezelfde kwaliteit worden verwacht.

Beoordeling van het geschil

De beoordelaar oordeelt dat er sprake is van consumentenkoop op afstand zoals bedoeld in Boek 7 BW. Het betreft een koop op afstand, omdat Consument via het internet heeft besteld bij Ondernemer.

De garantietermijn van 2 maanden die bij ieder product wordt gegeven is een aanvulling op de wettelijke termijn. Dat doet niks af aan het feit dat de wettelijke termijn houdt in dat het product mee moet gaan zolang je dat mag verwachten. In dit geval is er sprake van een consumentenkoop, waardoor art. 7:17 jo 7:18 BW van toepassing zijn. Het product moet beantwoorden aan de overeenkomst. Dat is niet het geval, omdat het product gebreken vertoont. Daarom is er sprake van een non-conformiteit. De gebreken zijn binnen 6 maanden vastgesteld. Daarom gaat de wet ervan uit dat het product met gebreken op de markt is gekomen. Het is aan Ondernemer om te bewijzen dat het product zonder gebreken op de markt is gekomen.

Daarnaast is het niet zo dat Consument te laat is met het melden van het gebrek. Op grond van art. 7:23 lid 1 BW kan een consument een gebrek melden binnen een redelijke termijn nadat hij het gebrek ontdekt heeft. Een redelijke termijn bij consumentenkoop betreft in beginsel 2 maanden ex. art. 7:23 lid 1 BW. In casu heeft Consument het gebrek binnen één dag na ontdekking medegedeeld aan Ondernemer. Derhalve heeft Consument het gebrek tijdig kenbaar gemaakt.

Vanwege het feit dat Consument geen onderzoeksplicht heeft op grond van art. 7:23 lid 1 BW, kan geconcludeerd worden dat het product bij de aankoop vermoedelijk al gebrekkig was. Het product vertoonde immers gebreken toen Consument het product voor het eerst in gebruik nam. Ondernemer heeft dit wettelijke vermoeden onvoldoende ontzenuwd. Het product beantwoordt daarmee niet aan de overeenkomst en derhalve is sprake van non-conformiteit.

Beslissing  

De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:

De beoordelaar beslist dat Ondernemer binnen 14 dagen nadat hij bekend is geraakt met de inhoud van dit bindend advies verplicht is het product kosteloos te repareren.

Verder bepaalt de Beoordelaar dat Ondernemer, als in het ongelijk gestelde partij, het klachtengeld ad €25,00 aan Consument dient te vergoeden.

De beoordelaar bepaalt dat partijen aan het hierboven bepaalde binnen een termijn van 14 dagen nadat de inhoud van deze beslissing aan partijen bekend is gemaakt uitvoering dienen te geven.

Indien Ondernemer geen gehoor geeft aan deze beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt de partij die in gebreke blijft aan de wederpartij een dwangsom van €50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van €1.500,00.

Aldus beslist DigiDispuut op vrijdag 26 november 2021