Beslissing: Track & Trace als bewijs voor een levering
Consument heeft producten besteld bij Ondernemer. De producten zijn 2 september jl. besteld en zouden op 3 september jl. geleverd worden. Consument stelt dat de producten nooit bezorgd en ontvangen zouden zijn. Consument maakt hier op 4 september melding van en doet beroep op haar consumentenrecht. Ondernemer reageert per mail op 7 september met de resultaten van een uitgevoerd onderzoek omtrent de locatie van de producten. Op 23 en 30 september geeft Ondernemer verdere uitbreiding van het onderzoek door. Uit het onderzoek blijkt dat volgens de pakketbezorgdiensten het pakket met de producten op het opgegeven adres van Consument bezorgd zijn. Consument geeft aan het pakket nooit ontvangen te hebben. Consument heeft ook haar omliggende buren gevraagd maar ook de buren hebben geen pakket in ontvangst genomen.
Standpunt van Consument
Consument stelt in deze dat Ondernemer niet geleverd heeft daar Consument het pakket niet ontvangen heeft. Consument eist een restitutie van de aankoopkosten van Ondernemer.
Standpunt van Ondernemer
Ondernemer stelt dat het pakket geleverd is bij Consument zoals de onderzoeken uitwijzen. Ondernemer stelt dat zij voldoende gedaan hebben om de klacht van Consument af te handelen. Ondernemer is niet voornemens om de aankoop kosten te vergoeden.
Beoordeling van het geschil
De beoordelaar heeft het volgende overwogen.
Er is sprake van een consumentenkoop in de zin van Boek 7 BW. Verkoper die handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf met een natuurlijk persoon als koper die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf. Tevens is er sprake van een koop of afstand aangezien er via het internet besteld is.
In geval van levering ligt het risico van verzending bij de verkoper. Conform artikel 7:11 Burgerlijk Wetboek moet de verkoper aantonen en bewijzen dat de klant het pakket in ontvangst heeft genomen. Enkel een track en trace-code is hierbij niet voldoende is bepaald in 2007 door een uitspraak van de Geschillencommissie. Van een geldig bewijs is sprake als de ontvanger getekend heeft voor het ontvangst. Een andere manier is door middel van aangetekende verzending.
Uit de stukken door partijen aangeleverd blijkt dat er geen handtekening voor ontvangst is. De bewijzen bestaan uit track en trace-codes waarbij ook verwarring is over of het pakket volgens de pakketbezorgdienst geleverd is op nummer 19 of op nummer 24b. Er dient opgemerkt te worden dat Ondernemer de klacht correct heeft ingediend bij de pakketbezorgdienst en haar best heeft gedaan de status te achterhalen. Het lijkt er in deze op dat de pakketbezorgdienst het enigszins laat afweten. Ondernemer kan bij de pakketbezorgdienst hiervoor verdere klacht indienen.
Het vraagstuk wie verantwoordelijkheid draagt voor betaling van de aankoopkosten staat nog open ter beoordeling.
Beslissing
De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:
Na een zorgvuldige afweging van de stukken wordt geconcludeerd dat het vraagstuk van voor wiens rekening de aankoopkosten komen ter beoordeling liggen.
Bij wet is bepaald dat het risico voor verzending in de regel voor rekening van Ondernemer komt. Dit blijkt uit artikel 7:11 Burgerlijk Wetboek. Tenzij Ondernemer kan bewijzen dat het pakket ontvangen is. Uit de uitspraak van de Geschillencommissie uit 2007 blijkt dat een handtekening ter ontvangst of aangetekend verzonden beide geldt als gedegen bewijs.
Echter is in deze kwestie geen sprake van een dergelijk bewijs. Ondernemer voert enkel bewijs doormiddel van track en trace-codes waarvan uitdrukkelijk bepaald is dat deze niet volstaan.
Derhalve dient geconcludeerd te worden dat de eis van Consument ingewilligd kan worden. Als gevolg daarvan dient Ondernemer, binnen 14 dagen na dagtekening van dit besluit, de aankoopkosten van €45,98 aan Consument te voldoen. De aanmaningskosten van Klarna van € 13,50 komen voor eigen rekening van de Consument. Volgens het beleid van Klarna hoeft Consument pas te betalen nadat het product is ontvangen. Indien het product nog niet is ontvangen dient Consument dit bij Klarna te melden, zodat de uiterste betaaltermijn kan worden uitgesteld. De aanmaningskosten zijn dan ook ontstaan door onzorgvuldigheid van Consument. De kosten van het indienen van dit geschil komen voor rekening van Ondernemer gezien in het voordeel van Consument beslecht is. Indien Ondernemer geen gehoor geeft aan deze beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt Ondernemer aan Consument een boete van €50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van €1.500,00.
Aldus beslist DigiDispuut op 1 maart 2022.