Beslissing: Wiens schuld is de beschadiging?
Op 27 februari 2021 heeft Consument een hanglamp, verder te noemen product, afgenomen van Ondernemer voor een totaalbedrag van € 224,95. Consument vond de kleur van de glazen bollen niet passen binnen het interieur en heeft het product geretourneerd. Op 13 maart 2021 meldt Ondernemer per mail aan Consument dat het product retour is ontvangen. In deze mail geeft Ondernemer tevens aan het geretourneerde product niet verder te kunnen verkopen, omdat de plafondplaat beschadigd is. Op 15 maart 2021 meldt Consument per mail aan Ondernemer dat zij de plafondplaat niet uit de doos heeft gehaald en de schade dus niet zelf zou hebben veroorzaakt. Consument geeft in deze mail ook aan dat zij de terugzending van het product door PostNL niet verzekerd heeft, daar dit pas wordt aangeraden bij bedragen boven de € 500. Op 16 maart 2021 meldt Ondernemer per mail aan Consument dat zij het product aangetekend en verzekerd hebben opgestuurd naar Consument en dat door Consument geen melding is gemaakt van beschadiging bij ontvangst van het product. Ondernemer benadrukt tenslotte dat Consument verantwoordelijk is voor eventuele schade tijdens de terugzending van het product, ook als hiervoor PostNL wordt ingeschakeld. Op 17 maart 2021 meldt Consument per mail aan Ondernemer dat zij het product bij ontvangst niet goed heeft gecontroleerd op eventuele beschadigingen. Consument stelt voor dat Ondernemer PostNL een schadevergoeding claimt bij PostNL, omdat Ondernemer het product verzekerd heeft verstuurd. Op 18 maart 2021 meldt Ondernemer per mail aan Consument dat zij geen melding zullen maken bij PostNL, omdat de beschadiging niet plaats zou hebben gevonden tijdens de heenzending. Ondernemer biedt aan Consument tegemoet te komen door € 75 te crediteren. Op 31 maart 2021 meldt Consument per mail aan Ondernemer dat zij dit bedrag à € 75 niet in verhouding vindt staan met de daadwerkelijke schade aan het product. Consument biedt aan het product over te nemen van Ondernemer voor het voorgenoemde bedrag. Op diezelfde dag reageert Ondernemer per mail naar Consument dat de plafondplaat niet meer te verkrijgen is in originele staat en dat de kosten van herstel € 150 bedragen. Ondernemer legt uit dat het crediteren van € 75 inhoudt dat Consument uiteindelijk € 149,95 in rekening wordt gebracht (namelijk € 224,95 – € 75). Ondernemer geeft aan ook akkoord te gaan met overname door Consument van het beschadigde product tegen ditzelfde bedrag van € 149,95 exclusief verzendkosten. Consument reageert per mail naar Ondernemer dat zij enkel akkoord gaat met het betalen van € 75 als schadevergoeding en niet met het in mindering brengen van € 75 op het aankoopbedrag, waardoor de schadevergoeding op een bedrag à € 149,95 uitkomt.
Daarna volgt nog enig contact onderling en volgt de conclusie dat partijen er onderling niet uitkomen.
Standpunt van de consument:
Consument is het standpunt toegedaan dat zij door miscommunicatie tussen partijen ervanuit ging dat de schadevergoeding €75,00 zou bedragen. Consument acht de schadevergoeding zoals berekend door Ondernemer, te weten een bedrag à €149,95, onredelijk hoog gezien de daadwerkelijke schade aan het product.
Consument eist een gedeeltelijke restitutie van het aankoopbedrag, namelijk zodanig dat een schadevergoeding van € 75 in mindering wordt gebracht op het te restitueren aankoopbedrag.
Standpunt van de ondernemer:
Ondernemer is het standpunt toegedaan dat het product niet meer door te verkopen is en dat de schadevergoeding derhalve het totale aankoopbedrag dient te omvatten. Ondernemer is het standpunt toegedaan dat zij Consument reeds is tegemoet gekomen door € 75 op de schadevergoeding in mindering te brengen.
Samenvatting overweging beoordelaar DigiDispuut:
De beoordelaar heeft het volgende overwogen.
De beoordelaar oordeelt dat er sprake is van een consumentenkoop in de zin van Boek 7 BW. De overeenkomst vormt een koop op afstand, aangezien Consument de producten via het internet heeft besteld bij Ondernemer.
Op grond van artikel 6:230o BW heeft de Consument in beginsel het recht om een overeenkomst op afstand zonder opgave van redenen te ontbinden binnen een termijn van veertien dagen (‘herroepingsrecht’). De beoordelaar leidt af uit de mailcorrespondentie tussen partijen dat Consument tijdig de overeenkomst herroepen heeft, met het oog op de zichttermijn neergelegd in art. 6:230o BW.
Tijdens de herroepingsperiode is Consument verplicht op grond van artikel 6:273 BW om zorgvuldig om te gaan met het product. Indien Consument tijdens de herroepingsperiode op een zodanige manier omgaat met het product die verder strekt dan hetgeen is toegestaan ex artikel 6:273 BW, dan is Consument verplicht om de eventuele waardevermindering van het product die als gevolg hiervan is opgetreden te vergoeden.
Op grond van hetgeen partijen verklaard hebben leidt de beoordelaar daar uit af dat Consument niet betwist dat zij verantwoordelijk is voor de schade die aan het product is ontstaan. In geschil is echter de hoogte van de schadevergoeding die Ondernemer aan Consument heeft doorberekend.
De beoordelaar volgt de beredenering van Ondernemer dat het product enkel nog door te verkopen is door de schade aan het product te herstellen, daar vervanging van het onderdeel niet mogelijk is nu de plafondplaat niet meer te verkrijgen is in originele staat.
De beoordelaar leidt af uit de mailcorrespondentie tussen partijen dat de kosten van herstel van het product € 150 bedragen zoals volgt uit het gedane onderzoek hiernaar door Ondernemer. Consument heeft onvoldoende bewijs aangeleverd waaruit zou blijken dat dit bedrag onredelijk zou zijn. De beoordelaar oordeelt derhalve dat Ondernemer gerechtigd is om een bedrag à € 150 aan waardevermindering van het product in mindering te brengen op het te restitueren aankoopbedrag.
Beslissing beoordelaar:
De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:.
De beoordelaar stelt de waardevermindering van het product vast op € 150,00.
De beoordelaar beslist daarom dat dat Ondernemer binnen 14 dagen na dagtekening van deze beslissing het aankoopbedrag van het product verminderd met een waardevermindering van €150,00, uitkomend op een bedrag van € 74,95 dient terug te storten op de rekening van Consument.
Indien Ondernemer geen gehoor geeft aan deze beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt Ondernemer aan Consument een boete van €50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van €1.500,00.