From the Blog

Beslissing: Schadevergoeding na lekkage airconditioner

Onderwerp van het geschil

Op 11 juni 2020 heeft de eiser, verder te noemen Consument, een airconditioner – exclusief montage en een condenswaterpomp met kanaal, verder te noemen product, afgenomen van de verweerder, verder te noemen Ondernemer, voor een totaalbedrag van € 1.230,25. Consument heeft het product door een externe partij laten installeren. Op 18 juli 2020 heeft de Consument bij Ondernemer gemeld dat de airconditioner een foutcode geeft. Partijen worden het niet eens over de oorzaak van deze foutmelding. Volgens Ondernemer betreft het een installatiefout en volgens Consument een fabricagefout. Na bemiddeling van WebwinkelKeur is er een onderzoek bij fabrikant gestart naar de oorzaak van het gebrek en zijn er afspraken gemaakt over het vergoeden van verschillende kosten. Indien het een installatiefout betreft, is er afgesproken dat Consument de transportkosten dient terug te betalen aan Ondernemer en de kosten van reparatie zelf dient te vergoeden. Indien het een fabricagefout betreft, is er afgesproken dat Ondernemer het product kosteloos dient te herstellen en de installatiekosten van Consument dient te vergoeden. Op 18 oktober 2020 meldt Ondernemer aan Consument dat het product wordt opgestuurd naar de importeur. Op 23 november 2020 meldt Ondernemer aan Consument dat er geen gebreken zijn gevonden tijdens het onderzoek. Het product is echter kwijtgeraakt bij de importeur, als gevolg waarvan Ondernemer een vervangend product heeft geleverd aan Consument. Op 18 januari 2021 ontvangt Consument op verzoek een RMA-rapport van Y, waarin gesteld wordt dat de foutmelding is ontstaan door niet dichte installatie. Diezelfde dag heeft Consument enkele vragen gesteld over het RMA-rapport, waarop op 22 januari 2021 geantwoord is door Y. Vervolgens is de conclusie getrokken partijen er onderling niet uitkomen.

Op 16 september 2020 is het geschil aangemeld bij Stichting Webwinkelkeur.

Op 16 februari 2021 is het geschil aangemeld bij Stichting DigiDispuut.

Standpunt van de consument

De consument stelt zich op het volgende standpunt.

Consument merkt op dat het RMA-rapport afkomstig is van Y, terwijl er afgesproken is dat X het onderzoek zou uitvoeren.

Consument is vervolgens het standpunt toegedaan dat in twijfel kan worden getrokken dat het RMA-rapport van Y zijn product behandelt. Consument baseert zijn standpunt op het feit dat het rapport pas na twee maanden is ontvangen en het serienummer op het formulier niet overeenkomt met zijn product. Consument heeft het product niet aangeleverd in een doos en het zou ongeloofwaardig zijn dat het serienummer van de doos wordt overgenomen. Daarnaast is Consument het standpunt toegedaan dat hem de mogelijkheid is ontnomen om zijn product verder te onderzoeken, daar deze na het terugvinden en mogelijke reparatie is doorverkocht.

Consument is in de tweede plaats het standpunt toegedaan dat een en ander valt op te merken aan het RMA-rapport van Y. Volgens Y kan de foutmelding veroorzaakt zijn door: 1) Koudemiddel onder vulling, 2) Koudemiddel lekkage, 3) Te kleine afstand tussen binnen unit en plafond en 4) Defecte spoel van expansieventiel.

Met betrekking tot punt 1 is Consument het standpunt toegedaan dat zijn monteur 1000 gram R32 heeft gemeten, ondanks dat Y stelt dat er bij ontvangst slechts 400 gram aanwezig was. Verlies van vulling zou volgens Consument niet gebeurd zijn, terwijl hij het product in bezit had.

Met betrekking tot punt 2 is Consument het standpunt toegedaan dat geen lekkage is gevonden door zijn monteur, noch door de monteur van Ondernemer. Voorts zou het slechts een aanname zijn dat lekkage het gevolg is van de installatie.

Met betrekking tot punt 3 is Consument het standpunt toegedaan dat de afstand voldoende was, dit zou ook gecontroleerd zijn door zijn monteur en die van Ondernemer.

Met betrekking tot punt 4 is Consument het standpunt toegedaan dat doormeting geen defect zou hebben aangegeven.

Consument benadrukt dat er mogelijk andere oorzaken aan te wijzen zijn voor de foutmelding die niet het gevolg zijn van installatiefouten. Tevens zou zijn nieuwe product door dezelfde monteur zijn geïnstalleerd en toont deze volgens Consument geen gebreken. Tot slot stelt Consument dat zijn monteur gediplomeerd is.

Consument beroept zich op garantie en is het standpunt toegedaan dat hem het recht op schadevergoeding toekomt. Voorts eist Consument een vergoeding van Ondernemer voor de installatiekosten van € 150 en het klachtengeld van € 25, wat een totaalbedrag vormt van € 175.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer stelt zich op het volgende standpunt.

Ondernemer verbaast zich erover dat een gecertificeerd monteur, ondanks eerdere verzoeken, nu pas is aangeleverd door Consument. Tevens wenst Ondernemer de facturen van installatiekosten en meetrapporten van de monteur van Consument te ontvangen.

Ondernemer is het standpunt toegedaan dat het product exclusief montage is verkocht en de garantie dus enkel het product betreft. Ondernemer benadrukt dat de verwarring rondom het serienummer op het onderzoeksrapport is ontstaan doordat Ondernemer het product in een doos uit het magazijn zou hebben verpakt alvorens de verzending naar X. Ondernemer is het standpunt toegedaan dat de duur van het onderzoek, namelijk 6,5 weken, buiten haar macht ligt.

Ondernemer benadrukt dat zij een nieuw product heeft geleverd aan Consument, ondanks dat zij geen schuld zouden hebben aan het kwijtraken hiervan. Tot slot is Ondernemer het standpunt toegedaan dat X een derde en onafhankelijke partij is, die er geen baat bij zou hebben om een onjuist rapport op te stellen.

Ondernemer is het standpunt toegedaan dat haar het recht op schadevergoeding toekomt en eist voorts een vergoeding van Consument voor de transportkosten van € 98 (tweemaal € 49), de onderzoekskosten van € 175 en de kosten voor extra werkzaamheden van € 275, wat een totaalbedrag vormt van € 548.

Nadere correspondentie

Ondernemer heeft op verzoek van de beoordelaar toelichting gegeven omtrent de ontstane verwarring over de partijen Y en X. Op 8 maart heeft Ondernemer aangegeven dat zij airconditioners van X inkopen bij Y: de importeur van X en tevens de vertegenwoordiger in Nederland. In de ogen van Ondernemer zijn Y en X dus dezelfde partij.

Op verzoek van Ondernemer heeft de beoordelaar het meetrapport opgevraagd bij Consument. Consument heeft op 1 maart het meetrapport van zijn installateur gestuurd; hetgeen door de beoordelaar is doorgestuurd naar Ondernemer. Ondernemer heeft op 8 maart gereageerd dat het meetrapport voor zich spreekt en verder niets verandert aan zijn standpunt.

Op verzoek van Ondernemer heeft de beoordelaar de facturen opgevraagd bij Consument. Op 10 maart heeft Consument aangegeven de facturen niet paraat te hebben. Tevens vraagt Consument zich af of deze documenten relevant en noodzakelijk zijn, aangezien er reeds € 150 zou zijn overeengekomen tijdens de bemiddeling van WebwinkelKeur.

Hoorzitting

Gelet op de inhoud van alle ingediende stukken zag de beoordelaar aanleiding om een hoorzitting te houden, waarbij beide partijen kort gehoord worden. Deze hoorzitting heeft plaatsgevonden op woensdag 12 mei 2021. Tijdens de hoorzitting heeft Ondernemer het aanbod gedaan om volledig te voldoen aan de eis van Consument, inhoudende de schadevergoeding voor zowel de installatiekosten van € 150, alsmede het klachtengeld van € 25, wat een totaalbedrag vormt van € 175. Consument heeft aangegeven akkoord te gaan met dit aanbod van Ondernemer.

Beoordeling van het geschil

De beoordelaar heeft het volgende overwogen.

De beoordelaar bekrachtigt middels onderhavige uitspraak de overeenstemming die tussen Consument en Ondernemer is bereikt tijdens de hoorzitting. De beoordelaar oordeelt dat op basis van deze overeenstemming het recht op schadevergoeding Consument volledig toekomt.

De beoordelaar stelt dat, gezien het voorgaande, onderhavig geschil reeds is afgedaan en er geen noodzaak bestaat om hier verder inhoudelijk op in te gaan.

Beslissing

De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:

De beoordelaar beslist dat het recht op schadevergoeding Consument toekomt.

De beoordelaar beslist daarom dat Ondernemer binnen 14 dagen na dagtekening van deze beslissing de installatiekosten en het klachtengeld, met een totaalbedrag van € 175,00 (€ 150 + € 25), dient te vergoeden aan Consument.

Indien Ondernemer geen gehoor geeft aan deze beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt Ondernemer aan Consument een boete van € 50,00 per dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.500,00.

Aldus beslist DigiDispuut op donderdag 13 mei 2021.