Beslissing 206: Bestelling rechtsgeldig geannuleerd wegens prijsfout
Onderwerp van het geschil
Consument heeft op 12-01-2025 van Ondernemer een e-bike gekocht, te weten een tweedehands Product, voor een koopsom van € 309,00. Ondernemer heeft het Product niet aan Consument doen toekomen. De geschillencommissie gaat uit van bovenstaande feiten, naar analoge werking van art. 149 Rv.
Inzake is aangeleverd:
- Een memorie van eis.
- Een memorie van verweer.
- Op donderdag 30 januari is het geschil aangemeld bij Stichting DigiDispuut.
Standpunt van Consument
Consument stelt dat er sprake is van een koopovereenkomst tussen hem en Ondernemer. Consument geeft aan dat hij na bestelling een bevestiging van Ondernemer heeft ontvangen. Op de dag van bestelling heeft hij ook een annulering ontvangen omdat Ondernemer onvoldoende voorraad had om de bestelling af te handelen. Consument geeft aan dat Ondernemer wel de wil had om de bestelling af te handelen, maar het desbetreffende artikel niet langer in voorraad bleek te zijn. Consument merkt op in een bericht aan Ondernemer dat het hem bevreemd dat het artikel volgens de website op voorraad was, de order vervolgens wordt bevestigd, maar kort daarna tevens wordt geannuleerd.
Consument stelt dat er een koopovereenkomst is gesloten tussen hem en Ondernemer, welke niet eenzijdig kan worden geannuleerd omdat het artikel niet op voorraad is. Consument erkent dat het gaat om een tweedehands product, waardoor het voor Ondernemer niet mogelijk is om exact hetzelfde product in exact dezelfde staat te verkrijgen, en verzoekt dan ook om een soortgelijk product van soortgelijke specificaties als het bestelde model. Zijn verzoek werd niet gehoord, aldus Consument, en kort daarna heeft hij verzocht om bemiddeling.
In het bemiddelingsproces heeft Ondernemer gesproken over een prijsfout en een kennelijke vergissing. Consument stelt dat dit niet aan hem is gecommuniceerd gedurende het koopproces of de annulering daarvan, en dat Ondernemer (meermalig) nalatig is geweest de prijs op hun website te corrigeren. Volgens consument was de prijs geen reden voor hem als consument om uit te gaan van een kennelijke vergissing, en is Ondernemer aan de getoonde prijs gebonden. Gezien het specifieke tweedehands product niet meer beschikbaar is, is Ondernemer hem een soortgelijke fiets verschuldigd voor het reeds betaalde bedrag van € 309, aldus consument.
Standpunt van Ondernemer
Ondernemer betwist het standpunt van Consument. Volgens Ondernemer is er sprake van een kennelijke vergissing, waardoor er geen geldige koopovereenkomst is ontstaan. Het Product is normaliter € 1.500 – € 3.000 waard, hetgeen hij onderbouwd met schermafbeeldingen van soortgelijke fietsen van hetzelfde merk bij andere verkopers. In dit geval is het Product aangeboden geweest voor € 309. Het gaat om een korting van meer dan 80% en dit verschil is volgens Ondernemer dermate groot dat het om een kennelijke vergissing gaat. Hierdoor is er volgens Ondernemer geen sprake van een geldige koopovereenkomst.
Verder benoemd Ondernemer dat de prijsfout is ontstaan door zijn softwarebeheer. Hierdoor zijn oude, reeds verkochte producten tijdelijk opnieuw zichtbaar geworden in de webshop. De weergegeven prijs was een gevolg van incorrecte data-overdracht tussen het oude en het nieuwe softwaresysteem. Kort nadat de bestelling heeft plaatsgevonden, en in elk geval dezelfde dag, heeft Ondernemer aan Consument gecommuniceerd dat het ging om een systeemfout en dat de bestelling daarom is geannuleerd.
Ondernemer stelt dat om bovenstaande redenen niet van hem kan worden verwacht dat hij het product, dan wel een soortgelijk product, levert voor het reeds betaalde bedrag van € 309 Daarnaast dient Ondernemer ook een tegeneis in. De tegeneis omvat een vergoeding van de onnodige kosten die Ondernemer heeft gemaakt in het kader van dit geschil, volgens Ondernemer begroot op €500 voor juridisch advies en het opstellen van een verweer, en nogmaals € 500 voor de tijd die door Ondernemer is besteed aan het geschil inclusief correspondentie en verweer.
Beoordeling van het geschil
Centraal in dit geschil staat de vraag of er sprake is geweest van een kennelijke vergissing. Aan de hand van die vraag kan worden bepaald of Eiser zijn vordering toekomt. Ondernemer heeft aan de hand van zijn verweer aangetoond dat het Product op zijn website is aangeboden met een korting van meer dan tachtig procent. Ook heeft Ondernemer een verband aangetoond tussen soortgelijke prijzen en soortgelijke producten, inclusief bij andere (online) verkopers, als de ongewijzigde prijs op de site van Ondernemer (zonder korting).
De commissie merkt op dat de korting van meer dan tachtig procent opmerkelijk hoog is, ongeacht het product in kwestie. In geval van twijfel dient een consument onderzoek te doen naar de juistheid van de getoonde prijs[1]. Bij de beoordeling hiervan geldt als maatstaf dat een gemiddeld geïnformeerde en oplettende consument de opmerkelijke omvang van het prijsverschil zou (moeten hebben) ontdekken. In dit geval zou een gemiddelde consument inderdaad onderzoek doen naar het grote prijsverschil, en navraag hebben gedaan bij Ondernemer of de prijs juist is. Consument heeft dit echter nagelaten. Hierbij moet ook worden opgemerkt dat Ondernemer kort na het plaatsen van de bestelling door Consument een bericht heeft gestuurd over de foutieve prijs, en de bestelling heeft geannuleerd. Hierdoor was het niet mogelijk dat Consument voor lange tijd in onzekerheid heeft gezeten over de status van zijn bestelling, waardoor enige verwarring en ongemak voor zover als mogelijk door Ondernemer is beperkt. Gezien hierboven genoemde redenen is er geen redelijke grond om te oordelen dat Consument redelijkerwijs zeker had mogen zijn van het aanbod van Ondernemer.
Ondernemer eist vergoeding van de door hem (onnodig) gemaakte kosten, door hem begroot op € 500 voor juridisch advies en het opstellen van een verweer, en nogmaals € 500 voor de tijd die door Ondernemer is besteed aan het geschil inclusief correspondentie en verweer. Ondernemer heeft nagelaten om deze kosten te bewijzen, en heeft de bedragen louter gesteld. De commissie merkt op dat loonkosten en juridische advieskosten van exact € 500 opvallend zijn, alsmede dat beide bedragen deels zijn ontstaan voor dezelfde werkzaamheid, namelijk het opstellen van het verweer, aldus Ondernemer. De commissie kan hierdoor de kosten van gezamenlijk € 1000 niet aan Consument opleggen.
Beslissing
- De geschillencommissie wijst de vordering af.
- Eiser draagt, als de in het ongelijk gestelde partij, de proceskosten, begroot op € 25
- De geschillencommissie wijst de tegeneis af.
Aldus beslist door DigiDispuut op maandag 31 maart 2025.
Tegen de beslissing van de geschillencommissie staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is bindend. Op grond van art. 7:904 lid 1 BW is de beslissing vernietigbaar, als zij door de inhoud daarvan of op de manier waarop zij tot stand gekomen is, zo gebrekkig is dat de gebondenheid daaraan naar maatstaven van redelijkheid en bindendheid onaanvaardbaar zou zijn. Op grond van art. 4 Procesreglement moet een vordering tot vernietiging van de beslissing van de geschillencommissie bij de overheidsrechter aanhangig zijn gemaakt binnen twee maanden na de verzending van de beslissing van de geschillencommissie aan de partijen. Voor meer informatie over uw rechten en plichten kunt u contact opnemen met het Juridisch Loket of een rechtsbijstandverlener naar keuze.
[1] gerechtshof s’-Hertogenbosch (LJN: BC2420)