From the Blog

Beslissing 218: Vakkenkast online gekocht: maatwerk of standaardproduct?

1. Onderwerp van het geschil

1.1. Consument heeft op 5 december 2024 in de webwinkel van Ondernemer een vakkenkast aangeschaft voor een totaalbedrag van €2.663,20.

1.2. Na de levering is Consument ontevreden over de kleur van de vakkenkast en doet een beroep op het herroepingsrecht.

1.3. Tussen partijen is vervolgens een geschil ontstaan over de toepasselijkheid van het herroepingsrecht en de uitzonderingsgrond voor maatwerk (art. 6:230 sub f onder 1).

1.4. Op 9 april 2025 is het geschil door de beoordelaar in behandeling genomen.

2. Standpunt van de consument

2.1. Consument vordert:

2.1. A. ontbinding van de koopovereenkomst.

2.1. B. volledige terugbetaling van het aankoopbedrag.

2.2. Consument stelt ten eerste dat het herroepingsrecht van toepassing is, omdat er geen sprake is van maatwerk.

2.3. Er is volgens Consument geen sprake van maatwerk omdat er een keuze gemaakt kan worden uit een aantal standaardmaten, Consument stelt dat dit niet de kwalificatie maatwerk verdient.

2.4. Daarnaast stelt Consument dat, in het geval er wel sprake was van maatwerk, Ondernemer niet voldaan heeft aan de informatieplicht ten aanzien van de uitsluiting van het herroepingsrecht. Consument wijst daarbij op een toegevoegd screenshot van de webshop van Ondernemer waar op ten tijde van de aanschaf van de kast door Consument de productpagina geen vermelding gemaakt was van de uitsluiting van het herroepingsrecht.

3. Standpunt van de ondernemer

3.1. Ondernemer betwist de vorderingen van Consument.

3.2. Ondernemer stelt dat er sprake is van maatwerk omdat de vakkenkast naar specificaties van Consument gefabriceerd wordt. Zowel de afmetingen als de materiaalkleur zijn bepaald in de opdracht van Consument.

3.3. Ondernemer stelt dat hij wel degelijk aan de informatieplicht voldaan heeft en dat de inmiddels gedane aanpassing aan de productpagina in de webshop slechts gezien moeten worden als een verdere verduidelijking.

3.4. Ondernemer wijst ook naar de eigen verantwoordelijkheid van de Consument, Ondernemer stelt dat Consument met onvoldoende zorg de kleur uitgezocht heeft. Dit is volgens Ondernemer een ongeldige reden om het herroepingsrecht in te roepen.

3.5. Ondernemer stelt dat de kast na retour hoogstwaarschijnlijk niet opnieuw verkocht kan worden en dat er sprake is van significant waardeverlies.

3.6. Daarbij wijst Ondernemer ook op artikel 7.1 en 7.3 van zijn algemene voorwaarden waarin staat dat de Consument zelf verantwoordelijk is voor een eventuele retourzending en de risico’s draagt voor beschadigingen tijdens vervoer.

1. Beoordeling van het geschil

4.1. De beoordelaar heeft het volgende overwogen:

4.2. Centraal staat de vraag of er sprake is van maatwerk en/of Consument terecht een beroep kon doen op het herroepingsrecht.

Maatwerk

4.3. De vakkenkast kan op de productpagina van de webshop van Ondernemer worden samengesteld op basis van een aantal standaardmaten in combinatie met een materiaalkleur.

4.4. Op basis van zowel de parlementaire geschiedenis van de totstandkoming van artikel 6:230p als gangbare jurisprudentie valt het aanbieden van enkele standaardmaten en kleuropties niet onder “volgens specificaties van de consument vervaardigde zaken”.[1]

4.5. De vakkenkast wordt door Ondernemer aangeboden in een aantal standaardmaten en kleuropties, er is in dat geval geen sprake van maatwerk.

4.6. De vraag of Consument goed geïnformeerd is over het ontbreken van het herroepingsrecht vanwege het maatwerk is nu niet langer relevant aangezien er geen grond is voor een dergelijke mededeling.

Toepasselijkheid herroepingsrecht

4.7. Uit art. 6:230o lid 1 BW volgt dat Consument zonder opgaaf van redenen binnen veertien dagen na levering van een product de overeenkomst mag ontbinden.

4.8. Dat Consument wel een reden opgegeven heeft kan haar niet tegengeworpen worden, er is geen sprake van een ontbinding van de overeenkomst op basis van de conformiteit van het product, maar slechts de inroeping van een recht dat de Consument toekomt.

4.9. De stelling van Ondernemer dat dit onzorgvuldig zou zijn van Consument doet niet af aan het recht dat Consument in mag roepen.

Waardevermindering

4.10. Ten aanzien van de door Ondernemer gestelde waardevermindering geldt dat dit voor rekening van Ondernemer komt, tenzij Consument waardevermindering heeft veroorzaakt door de vakkenkast te gebruiken op een manier die verder gaat dan het ‘uitproberen’ van de vakkenkast. (6:230s lid 3 BW)

4.11. Kleine krasjes die ontstaan zijn bij het plaatsen van de kast vallen binnen het risico van Ondernemer. Grotere butsen zijn voor het risico van Consument.

2. Beslissing

5.1. De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:

5.2. De vordering van Consument wordt toegewezen.

5.3. Beoordelaar ontbindt de koopovereenkomst tussen partijen en beslist dat:

5.3. A. Consument de vakkenkast binnen twee weken terugzendt aan Ondernemer.

5.3. B. Ondernemer binnen één week na ontvangst van de vakkenkast het volledige aankoopbedrag van € 2.663,20 restitueert.

5.3. C. Het staat partijen vrij om onderling andere afspraken te maken ten aanzien van het vervoer van de vakkenkast.

5.4. Ondernemer vergoedt de proceskosten aan Consument ter waarde van € 25,-.

5.5. Aldus beslist DigiDispuut op dinsdag 22 april 2025.

 

[1] Kamerstukken II 2012/13, 33520, nr. 3, (p.40-41); ECLI:NL:RBGEL:2021:5206 (r.o. 3.9); ECLI:NL:RBDHA:2020:9824 (r.o. 2.10).