From the Blog

Beslissing 226: Aansprakelijkheid voor vertraagde levering

1. Onderwerp van het geschil

1.1. Consument heeft op 14 april 2025 in de webwinkel van Ondernemer een stortslurf inclusief vultrechter en drie stortslurven van 3 meter besteld voor een totaalbedrag van € 164,96.

1.2. Consument mailt op 15 april 2025 dat de bestelling gedeeltelijk geleverd is. Er ontbreken namelijk twee stortslurven en een trechter.

1.3. Consument geeft in diezelfde mail aan dat hij de ontbrekende stortslurf voor donderdag 17 april nodig heeft.

1.4. Uit de stukken blijkt dat dit deel van de verzending uiteindelijk kwijtgeraakt bij de vervoerder PostNL.

1.5. Consument ontbindt de overeenkomst gedeeltelijk, namelijk ten aanzien van de niet geleverde producten.

1.6. Vervolgens ontstaat er een nieuw geschil over de aansprakelijkheid van de schade die is veroorzaakt vanwege het niet (tijdig) leveren.

1.7. Het geschil is op 10 juni 2025 door de beoordelaar in behandeling genomen.

2. Standpunt van de consument

2.1. Consument vordert betaling van de gemaakte kosten voor een afvalcontainer die nu niet gebruikt kon worden vanwege de ontbrekende levering (€ 620,73).

2.2. Consument stelt dat Ondernemer aansprakelijk is voor de gemaakte kosten voor de afvalcontainer nu deze, vanwege het ontbreken van de bestelde onderdelen, niet gevuld kon worden.

2.3. Consument stelt dat hij ondernemer op tijd op de hoogte gebracht heeft van het belang van een tijdige levering van het bestelde en dat het de verantwoordelijkheid van Ondernemer was om het bestelde top tijd bij Consument te laten bezorgen.

3. Standpunt van de ondernemer

3.1. Ondernemer betwist de vordering van Consument.

3.2. Ondernemer stelt dat hij niet aansprakelijk is voor de kosten voor de afvalcontainer omdat Ondernemer uitsluitend gecommuniceerd heeft dat de producten op tijd verzonden zouden worden, namelijk binnen één werkdag na bestelling.

3.3. Ondernemer betreurt het feit dat de producten niet op tijd zijn geleverd en zelfs kwijtgeraakt zijn, maar erkent geen aansprakelijkheid ten aanzien van de daaruit volgende schade.

4. Beoordeling van het geschil

De beoordelaar heeft het volgende overwogen:

4.1. Centraal staat of Ondernemer aansprakelijk is voor de door Consument gestelde schade.

4.2. Niet in geschil is of Consument de koopovereenkomst kon ontbinden.

 

Aansprakelijkheid

4.3. Om te beoordelen of Ondernemer aansprakelijk is voor de door Consument geleden schade moet eerst worden vastgesteld of

4.3. A. Ondernemer toerekenbaar tekortgekomen is in de nakoming van zijn verbintenis jegens Consument; én

4.3. B. De Ondernemer aangaande die tekortkoming op enig moment in verzuim is geweest; of

4.3. C. Nakoming van de verbintenis blijvend onmogelijk was.

4.4. Onderdeel van de koopovereenkomst was enerzijds de verbintenis van het betalen van de koopsom van Consument aan Ondernemer en anderzijds de verbintenis tot het leveren van de bestelde zaken van Ondernemer aan Consument.

4.5. Vanwege de uitingen op de website van de Ondernemer had Ondernemer ook de verbintenis jegens Consument om de bestelde zaken uiterlijk de volgende werkdag te verzenden. Uit de stukken blijkt dat Ondernemer voldaan heeft aan die verbintenis.

4.6. Partijen hadden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst geen bijzondere afspraken gemaakt over een uiterste leverdatum. De uiterste leverdatum is op een later moment door Consument eenzijdig benoemd en niet bevestigd door Ondernemer. Dit betekent dat de door Consument gestelde uiterste leverdatum geen onderdeel geworden is van de koopovereenkomst tussen partijen.

4.7. Dit heeft tot gevolg dat Ondernemer op 17 april 2025 nog niet in gebreke kan zijn, omdat de redelijke termijn voor het leveren van een online aangekocht product dertig dagen is. (art. 7:9 lid 2 BW)

4.8. Dit betekent dat de vordering nog niet opeisbaar was in de zin van art. 6:81 BW en dat Ondernemer dus niet toerekenbaar tekortgekomen is in de nakoming van zijn verbintenis jegens Consument. Daarmee is de vraag onder overweging 4.3. A. negatief beantwoordt, de antwoorden op de andere twee vragen onder B en C doen verder niet ter zake in de beoordeling van dit geschil.

4.9. Consument heeft de overeenkomst vervolgens binnen de termijn als bedoeld in overweging 4.7. herroepen conform art. 6:230o BW. Op dat moment vervalt de verplichting voor Ondernemer om te leveren en ontstaat een verplichting tot terugbetaling van het betaalde aankoopbedrag aan Consument.

4.10. Consument heeft geen vordering gedaan ten aanzien van het ontbinden van de overeenkomst, hier zal dan ook verder geen aandacht aan worden besteed. Onderhavige geschilbeslechtingsprocedure laat eventuele verplichtingen tussen partijen op grond van art.

6:230o BW onverlet.

1. Beslissing

5.1. De beoordelaar komt tot de volgende beslissing:

5.2. De vordering van Consument wordt afgewezen.

5.3. Voor vergoeding van de proceskosten is geen aanleiding.

5.4. Aldus beslist DigiDispuut op dinsdag 17 juni 2025.