From the Blog

Beslissing 201: Terugbetaling Aanbetaling na Herroeping Koop op Afstand

Onderwerp van het geschil

Op 26 maart 2024 Consument na voorafgaand e-mailcontact, een koopovereenkomst met Handelaar betreffende een tweedehands e-bike. De aankoopprijs bedraagt € 5.500,00. Consument doet op 2 april 2024 een aanbetaling van € 2.000,00. De leverwijze is als volgt: partijen spreken af dat Consument de fiets binnen 14 dagen na aankoop op afspraak en persoonlijk komt afhalen. Tot twee maal toe wordt hiervoor een afspraak gemaakt, maar de fiets wordt niet opgehaald.

Op 14 april 2024 laat Consument aan handelaar weten dat hij van de koop afziet, hij wil het aanbetaalde bedrag terug ontvangen. Handelaar wil de aanbetaling echter behouden. Na enig communiceren verklaart Handelaar zich bereid om de helft van de aanbetaling te restitueren. Koper is het hier niet mee eens. Na advies te hebben ingewonnen bij het Europees Consumenten Centrum legt hij de zaak aan voor beoordeling door DigiDispuut. Handelaar is aangesloten bij het keurmerk van WebwinkelKeur. Het lidmaatschap vereist voorafgaande instemming met de beoordeling van gerezen geschillen door DigiDispuut als consumenten dit wensen.

Standpunt van de consument

Consument stelt een rechtsgeldig beroep te hebben gedaan op zijn herroepingsrecht. Hij vordert dat de door hem aan Handelaar betaalde aanbetaling wordt gerestitueerd. Hij verwijst hiervoor naar het wettelijk kader inzake de bedenktijd bij consumenten-kopen op afstand, de artikelen 6:230o tot en met 6:230s BW. Ook vordert hij de vergoeding door Handelaar van het betaalde klachtgeld.

Standpunt van de handelaar

Handelaar wijst de vordering van Consument van de hand. Hij stelt dat tussen hem en Consument een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, waarvan de aanbetaling mede deel uitmaakt. De aankoop betrof een tweedehands uniek product, dat niet standaard te bestellen is. Het feit dat Consument tot tweemaal toe zijn afhaalafspraak niet gestand heeft gedaan geeft hem, Handelaar, het recht om het bedrag van de aanbetaling te behouden, nu deze mede was bedoeld als zekerheid voor gemaakte kosten en gederfde winst bij annulering. Het voorstel om 50% van de aanbetaling aan Consument terug te betalen is zijns inziens redelijk en getuigt van goede wil.

Overwegingen

Beoordelingsbevoegdheid DigiDispuut

Eiser heeft de koop als Consument gedaan. Tussen hem en Handelaar is op 26 maart 2024 een koopovereenkomst op afstand tot stand gekomen. Het geschil valt daarmee, conform artikel 5 van het procesreglement van geschillenplatform DigiDispuut, onder de beoordelingsbevoegdheid van DigiDispuut.

Levering

Handelaar geeft aan dat met Consument een aanbetaling is afgesproken. De aanbetaling zou gelden als gedeeltelijke betaling, als meerdere zekerheid voor Handelaar dat de fiets zal worden afgenomen én als vergoeding voor zijn schade indien de fiets, zoals in het onderhavige geval is gebeurd, niet zal worden afgenomen.

De overeengekomen leverwijze voor de e-bike is binnen 14 dagen na aankoop op afspraak ophalen door Consument. Over wat er zou gebeuren als Consument de fiets niet binnen de 14 dagen na aankoop ophaalt is op de factuur niets te vinden. Evenmin hebben partijen andere stukken laten zien waaruit blijkt dat voorafgaand aan of bij het afsluiten van de koopovereenkomst  stukken tussen hen zijn gewisseld, ook niet in relatie tot de aanbetaling.

Volgens de wet worden roerende zaken geleverd door het overgeven van het bezit daarvan door de verkoper (de vervreemder) aan de koper (de verkrijger). 1) De e-bike was in het onderhavige geval nog niet in het bezit gekomen van Consument. Er heeft formeel dus nog geen levering plaatsgevonden.

Herroeping

De koper in een koop op afstand heeft op basis van artikel 6:230o BW, mits hij de koop doet als consument, recht om de overeenkomst binnen 14 dagen na ontvangst van de aangekochte zaak te ontbinden zonder opgaaf van redenen (het zogenaamde herroepingsrecht). De consument heeft vervolgens recht op restitutie van het volledige aankoopbedrag. Alleen de kosten van retour mag de verkoper aan een consument doorberekenen. De consument dient op zijn beurt de zaak waaromtrent hij het herroepingsrecht uitoefent in onbeschadigde staat aan de verkoper te retourneren. Eén en ander is verwoord in artikel 6:230o BW.

Artikel 6:230o BW

“De consument kan een overeenkomst op afstand of een overeenkomst buiten de verkoopruimte zonder opgave van redenen ontbinden tot een termijn van veertien dagen is verstreken (…) na: de dag waarop de consument of een door de consument aangewezen derde, die niet de vervoerder is, de zaak heeft ontvangen; ”

Consument heeft de koop als privépersoon gedaan, zodat de koop wettelijk gezien kwalificeert als consumentenkoop.

Er zijn enkele uitzonderingen op het herroepingsrecht, waarvan de belangrijkste zijn: het gaat om bederfelijke waren, het gaat om producten die zich na levering mengen met een andere zaak, of het betreft een geval van maatwerk. Geen van de in de wet genoemde uitzonderingen is in casu van toepassing. Tweedehands producten vallen ook onder het herroepingsrecht. Handelaar biedt in zijn webshop talloze tweedehands fietsen/e-bikes aan, het zijn de artikelen waarin hij handelt. De fietsen die Handelaar verkoopt kwalificeren niet als maatwerk. Ze zijn niet uniek, noch speciaal voor en/of in opdracht van consumenten vervaardigd of besteld.

Een overeenkomst kan ook worden ontbonden met een beroep op het herroepingsrecht als de uitvoering daarvan (nog) niet voltooid is, met andere woorden, als het bestelde nog niet aan de consument is geleverd. De termijn voor herroepen moet worden gezien als een vervaltermijn. Een consument heeft tot uiterlijk 14 dagen na levering van een product de tijd om gebruik te maken van het herroepingsrecht. Na ommekomst van deze termijn vervalt dat recht. Nu de fiets nog niet aan hem was geleverd, heeft Consument dus tijdig gebruik gemaakt van zijn herroepingsrecht.

Verhouding wet en overeenkomst, herroeping versus aanbetaling

De wet regelt de verhoudingen tussen partijen. Die partijen kunnen in beginsel andere, van de wet afwijkende, afspraken maken, maar niet als de wetsbepaling waarvan wordt afgeweken van dwingend recht is. Bepalingen van dwingend recht zijn vooral te vinden in het arbeidsrecht en in het consumentenrecht. De wetsbepaling die in casu in het geding is, het herroepingsrecht, is zo’n bepaling die is gericht op de bescherming van consumenten en is daarom van dwingend recht. Contractuele afspraken die met dwingend recht in strijd zijn, zijn niet geldig. Ze zijn nietig, dan wel vernietigbaar. Dat is te lezen in artikel 3:40 lid 2 BW 2) Dat laatste geldt ook voor de voorwaarden rondom aanbetaling. Het mogen behouden van een aanbetaling zou het herroepingsrecht in feite doorkruisen en is daarom niet geldig als de consument zich daartegen verzet.

Maar ook al zou Handelaar met succes een beroep kunnen doen op het recht de aanbetaling te behouden, hetgeen hier niet het geval is, dan nóg valt niet in te zien hoe Handelaar € 2.000,00, of zelfs maar een deel van dat bedrag, aan schade zou kunnen hebben. Handelaar kan de e-bike gewoonweg terug plaatsen in zijn webshop. Het behouden van de volledige aanbetaling, of zelfs maar een deel daarvan, zou daarom tegenover Consument redelijk noch billijk zijn. 3) Beoordeling van het geschil

Het geschil gaat over de vraag of Handelaar gerechtigd is om de aanbetaling, of een deel daarvan, te behouden, nu Consument de aangekochte zaak, een e-bike, niet binnen de afgesproken 14 dagen na aankoop heeft opgehaald. Of heeft Handelaar dat recht niet en komt Consument het recht van herroeping toe.

De beoordelaar heeft vastgesteld dat de fiets naar juridische maatstaven nog niet geleverd was op het moment dat Consument een beroep deed op zijn herroepingsrecht. Het feit dat een termijn van 14 dagen was overeengekomen voor het ophalen van de fiets, waaraan Consument niet heeft voldaan, doet daaraan niet af. Herroeping kan ook voordat is geleverd plaatsvinden.

De tussen Handelaar en Consument gesloten koopovereenkomst is een consumentenkoop die tot stand is gekomen via e-mail communicatie.  De overeenkomst geldt daarmee als een koop op afstand in de zin van artikel 6:230o BW. Het herroepingsrecht is derhalve van toepassing. Geen van de wettelijke uitzonderingen op het herroepingsrecht is in casu aan de orde.

Anders dan Handelaar meent, is hij niet gerechtigd om de door Consument gedane aanbetaling geheel dan wel gedeeltelijk te behouden. Tussen hem en Consument zijn geen duidelijke afspraken vastgelegd omtrent het doel van de aanbetaling of het recht van Handelaar om de aanbetaling te behouden. Bovendien zou het recht op behouden van de aanbetaling in strijd zijn met de dwingend rechtelijke bepalingen inzake het herroepingsrecht.

Alles overwegend komt de beoordelaar tot de volgende conclusie: Consument heeft recht op herroeping van de koopovereenkomst, zijn vordering slaagt. Handelaar moet derhalve alle in verband met de aankoop betaalde bedragen, in casu het bedrag van de aanbetaling, aan Consument terug betalen.

Beslissing

Beoordelaar acht de klacht van consument gegrond en komt tot de volgende beslissing:

Het door Consument gevorderde wordt toegewezen.

De beoordelaar verklaart de koopovereenkomst tussen Consument en Handelaar voor ontbonden.

Handelaar moet het door Consument aanbetaalde bedrag groot € 2.000,00 aan hem terugbetalen.

Handelaar moet als de in het ongelijk gestelde partij voorts het betaalde klachtengeld ad € 25,00 aan Consument vergoeden.

Handelaar dient binnen 14 dagen nadat nadat de inhoud van deze beslissing aan hem bekend is gemaakt uitvoering te geven aan de verplichtingen die volgen uit deze bindende beslissing. Indien Handelaar geen gehoor geeft aan deze bindende beslissing binnen de hierboven gestelde termijn, verbeurt hij een boete van € 25,00 per dag dat hij in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000,00. De verplichting tot restitutie van het aankoopbedrag blijft daarnaast bestaan.

 

Aldus beslist door DigiDispuut op 7 januari 2025.

Noten

1) “Artikel 3:90 BW De levering vereist voor de overdracht van roerende zaken, nietregistergoederen, die in de macht van de vervreemder zijn, geschiedt door aan de verkrijger het bezit der zaak te verschaffen.” 2) “Artikel 3: 40 lid 2

Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.“

3) Als vangnet voor situaties waarin het toepassen van de bedingen uit een overeenkomst, wetsbepalingen of het gewoonterecht tot een ongewenste uitkomst zouden leiden, kan een beroep worden gedaan op de redelijkheid en de billijkheid. Zou in het onderhavige geschil het recht op behoud van de aanbetaling wel geldig zijn geweest, op basis van de koopovereenkomst dan wel op basis van wetsbepalingen, dan had Consument een beroep kunnen doen op de redelijkheid en billijkheid, verwoord in artikel 6:2 BW (Verbintenissenrecht).

De woorden ‘schuldenaar’ en ‘schuldeiser’ die te lezen zijn in dit wetsartikel verwijzen naar de partijen zoals deze over en weer, op basis van de tussen hen gesloten koopovereenkomst, verplichtingen (schulden) hebben.

“Artikel 6:2 BW

  1. Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
  2. Een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.”